EcologieBodemZonnige tot licht beschaduwde, open plaatsen op natte, matig voedselrijke tot zeer voedselrijke, vaak kalkarme, soms vrij kalkrijke grond (op leem of slib- en humusrijk zand, soms op zandige klei of veen).
GroeiplaatsGrasland (open getrapte plekken in weiland, open plekken in hooiland, kwelplekken en laagliggend weiland langs kanaaldijken), waterkanten (langs sloten en plassen), afgravingen (leemgroeven), ijsbaantjes, nieuwe greppels, opgespoten grond, baggerstortplaatsen, bossen (natte bossen en langs en op drassige bospaden) en in karrensporen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij zeldzaam, maar plaatselijk vrij algemeen in het oosten en midden van het land, zeldzaam in aangrenzende laagveengebieden en Zuid-Limburg. Elders zeer zeldzaam. Niet in het Waddengebied.
VlaanderenVrij algemeen in de Kempen en de Zandstreek. Elders vrij zeldzaam.
WalloniëVrij algemeen in het Maasgebied en de Ardennen. Elders vrij zeldzaam.
WereldWest-, Zuidwest- en Midden-Europa. Noordelijk tot in Zuid-Scandinavië. Ook op Madeira, in Australië en op een paar verspreide plaatsen in Noord-Amerika.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurBruin, C.J.W., W. Eelman & E.J. Weeda (1983)
Glyceria plicata Fr. subsp.
declinata (Bréb.) Weeda en
Montia fontana L. op Texel (Korte meded.).
Gorteria 11: 237-237
Jansen, P. (1951) Gramineae.
Flora Neerlandica : 7-274
Rich, T.C.G. & A.C. Jermy (1998)
Plant Crib - Glyceria. Botanical Society of the British Isles
Weeda, E.J. (1990) Nieuwe wetenschappelijke namen in de 21e editie van Heukels' Flora van Nederland: een nieuwe combinatie in
Glyceria.
Gorteria 16: 48-48
Weeda, E.J. (1983) Korte mededelingen. Een nieuwe combinatie in
Glyceria.
Gorteria 11: 214-214
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De opgerichte stengels zijn aan de voet geknikt of gekromd, in het water drijven ze soms.
Bladeren De bladscheden zijn min of meer glad en vaak paarsig. De bladschijf is vaak vrij kort met een stompe top.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen zijn zelden geopend. De bloeiwijze is vaak naar één kant gekeerd en voor het grootste deel trosvormig. De onderste bloeiwijzetakken staan met één tot zes bij elkaar. De aartjes zijn vrij dichtbloemig. De 0,7-1,1 mm grote helmknoppen zijn paars of soms geel.
Vruchten Een graanvrucht. Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.