EcologieBodemLicht beschaduwde, zelden zonnige, warme plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, omgewerkte grond (op plekken waar humus en minerale bestanddelen met elkaar worden vermengd) en op stenige plaatsen.
GroeiplaatsBeschutte omgewerkte grond, aan de voet van muren, rotsen, bosranden, heggen, struwelen (voedselrijke zomen), bossen (loofbossen, met name aan de voet van hellingen en parkbossen), zeeduinen, stadswallen, ruderale plaatsen, onder stoeproosters en trottoirkanten.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeldzaam aan de Zeeuwse en Hollandse binnenduinrand. Elders zeer zeldzaam.
VlaanderenZeer zeldzaam. Het meest in de duinen en langs de rivieren.
WalloniëZeer zeldzaam.
WereldMidden- en Zuidoost-Europa en Zuidwest-Azië. Sinds lang ingeburgerd in Noordwest-Europa en het noordelijke deel van Midden-Europa.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurHoste, I., F. Verloove, C. Nagels, L. Andriessen & J. Lambinon (2009) De adventievenflora van in België ingevoerde mediterrane containerplanten.
Dumortiera 97: 1-16
Kops, J. & J.E. van der Trappen (1846) Parietaria officinalis - Gewoon Glaskruid
Flora Batava 9: 689-689
Kuhbier, H. (1980) Das Glaskraut (
Parietaria officinalis L.) auf Borkum.
Göttinger Floristische Rundbriefe 14: 80-82
Mennema, J. (1968) Enige nieuwe gegevens over
Parietaria officinalis L. in Nederland (Korte meded.).
Gorteria 4: 15-16
Mennema, J. & S. Segal (1967) Het geslacht
Parietaria in Nederland, 1.
Gorteria 3: 96-102
Mennema, J. & S. Segal (1967) Het geslacht
Parietaria in Nederland, 2.
Gorteria 3: 109-118
Sloff, J.G & J.L. van Soest (1938) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 48: 199-249
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 2:
232Flora Batava 09:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
401Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
399Nederlandse Oecologische Flora 1:
129Stinzenplanten (P.A. Bakker & E. Boeve, 1985):
146Wilde Planten 1:
128Wilde-Planten.nl:
paginaAfbeelding in de Zadenatlas (Digital Plant Atlas) Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De rechtopstaande stengels zijn groen of iets rood aangelopen. Ze zijn maar weinig vertakt en meestal verspreid behaard.
Bladeren De langwerpig eironde bladeren zijn heldergroen en worden 3-12 cm. Ze zijn drie tot vijf maal zo lang als de steel. Aan de voet zijn ze wigvormig tot afgerond en aan de top lang toegespitst. Ze hebben een gave rand. De drie schutblaadjes zijn aan de voet niet met elkaar vergroeid.
Bloemen Polygaam (bloemen met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen en bloemen met alleen mannelijke of alleen vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen groeien in kluwens in de bladoksels. Ze zijn viertallig, klein, groenig en vaak tweeslachtig. De meeldraden zijn geel.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. De zwarte zaden zijn 1,2-1,9 mm. Het bloemdek sluit na de bloei als een urntje om het nootje en wordt dan nauwelijks langer (ongeveer 2 mm). De vrije bloemdekslippen blijven heel kort. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Atlasblokken met waarnemingen
Het aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort is gemeld binnen een periode van vijf jaar (vanaf 1980) of twintig jaar.
Niet gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en het aantal doorgegeven waarnemingen kan sterk variëren per periode,
dus een trend in verspreiding kan hier niet direct uit worden afgelezen. Het opgegeven jaartal is het eerste jaar van de
periode. Bron: gevalideerde waarnemingen uit de NDFF.
© FLORON & NDFF
download hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.