EcologieBodemZonnige, warme plaatsen op natte, matig voedselrijke tot voedselrijke, zwak zure tot kalkhoudende, humeuze grond (zand, leem, veen, zavel en klei).
GroeiplaatsWaterkanten (o.a. rivier- en beekoeverwallen en langs kwelrijke sloten en greppels), dijken, moerassen (venen) en grasland (kwelplekken in weidegebieden), natte ruigten en soms op open plekken in natte bossen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandPlaatselijk vrij algemeen in Zuid-Limburg, vrij zeldzaam in het rivierengebied, aangrenzende laagveengebieden en de Kempen en zeldzaam in Zeeland. Elders zeer zeldzaam. Niet op de waddeneilanden.
VlaanderenPlaatselijk vrij algemeen. Het meest in het Maasgebied en de Leemstreek.
WalloniëPlaatselijk vrij algemeen, maar zeldzaam tot zeer zeldzaam in de Ardennen.
WereldWest-Europa, Noordwest-Afrika en op de Azoren. Elders plaatselijk ingeburgerd.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurSavelsbergh, E. (1976) Zur Unterscheidung von
Scrophularia auriculata L. und
Scrophularia umbrosa Dum.
Göttinger Floristische Rundbriefe 10: 4-8
Sloff, J.G. & J.L. van Soest (1939) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora II.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 49: 268-306
van Eeden, F.W. (1885) Scrophularia balbisii - Water-Helmkruid
Flora Batava 17: 1293-1293
Weeda, E.J. (1993) Een slecht bekende plant aan de noordoostgrens van haar areaal: Geoord helmkruid (
Scrophularia auriculata L.) in Nederland.
Gorteria 19: 29-31
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels Stengels met vleugels, die tot 1 mm breed worden.
Bladeren De donkergroene bladeren zijn aan de voet hartvormig. Ze zijn stomp gekarteld en vaak zitten er één of twee paar oortjes aan de bladsteel. De bovenste stengelbladen zijn gezaagd en hebben geen oortjes. De schutbladen zijn vrijwel allemaal lijnvormig.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen zijn donker paarsachtig bruin en 0,8 tot 1 cm. Aan de voet zijn ze geelgroen. De kelkslippen hebben een brede vliezige rand.
Vruchten Een doosvrucht. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.