EcologieBodemZonnige plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, weinig of niet bemeste, kalkhoudende grond.
GroeiplaatsBermen, dijken, zeeduinen (duinstruweel, duinvalleien en omgewerkte grond), ruigten, braakliggende grond, afgravingen (steen- en kleigroeven), grasland (vochtig, licht bemest grasland, hooiland, hellingen, en uiterwaarden), langs spoorwegen (spoorwegterreinen), industrieterreinen, mijnsteenbergen en waterkanten (kleiige sloten en kanalen).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen, maar zeldzaam in Limburg, in het oosten en noordoosten en op de Waddeneilanden.
VlaanderenAlgemeen in het kustgebied. Elders vrij zeldzaam.
WalloniëVrij algemeen in kalkgebieden (o.a. in Lotharingen). Elders zeldzaam.
WereldIn het grootste deel van Europa, in West-Azië, Midden-Siberië en China. Ingeburgerd in Amerika en Australië.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurKops, J. & H.C. van Hall (1828) Pastinaca sativa - Moes Pastinake
Flora Batava 5: 348-348
Loos, G.H. (1993) Zur Taxonomie von
Pastinaca sativa L. s.lat.
Floristische Rundbriefe 27: 16-19
Sloff, J.G & J.L. van Soest (1938) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 48: 199-249
van der Toorn, J., B. Donougho & M. Brandsma (1969) Verspreiding van wegbermplanten in Oostelijk Flevoland.
Gorteria 4: 151-160
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De rechtopstaande stengels zijn hol of massief, kantig-gegroefd, kort behaard, glanzend en bovenaan vertakt. De plant heeft een duidelijke geur.
Bladeren De geelgroene bladeren zijn enkel of soms dubbel geveerd, aan de bovenkant zijn ze vaak glanzig, van onderen zijn ze behaard tot kaal. ze hebben 5 tot 11 eironde gelobde en getande slippen.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De gele bloemen zijn ongeveer 1½ mm groot. De kroonbladen zijn aan de top naar binnen omgeslagen. Er zijn 0 tot 2 omwindselbladen, die spoedig afvallen. De schermen hebben 5 tot 20 ongelijke stralen.
Vruchten Een splitvrucht. De eivormige vruchten zijn afgeplat, 5 tot 8 mm groot en met smalle vleugels. De zaden zijn langlevend (> 5 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
De bloeiperiode is dit jaar 2 dagen eerder dan het langjarig gemiddelde.