EcologieBodemZonnige plaatsen op matig droge tot vochtige, matig voedselarme tot matig voedselrijke, niet of licht bemeste, basische, kalkrijke grond (lichte klei, leem, slibrijk zand en mergel).
GroeiplaatsBermen, dijken (polder- en rivierdijken), grasland (hooiland, hooiweiden, kalkgrasland, uiterwaarden en bergweiden), zeeduinen (duingrasland) en langs spoorwegen (spoordijken).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen in Zuid-Limburg, Zeeland, het rivierengebied en enkele aangrenzende gebieden, vrij zeldzaam in laagveengebieden in het westen van het land, in het noordelijk zeekleigebied en in de duinen. Elders zeer zeldzaam.
VlaanderenPlaatselijk vrij algemeen. Sterk afgenomen.
WalloniëVrij algemeen, maar vrij zeldzaam tot zeldzaam in de Ardennen.
WereldIn enkele zuidelijke delen van Centraal-Azië, in de Kaukasus, Noordwest-Afrika en in Europa, behalve in de meest noordelijke, oostelijke en zuidwestelijke delen. Ingeburgerd in Noord-Amerika en Nieuw-Zeeland.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurKops, J. (1814) Avena flavescens - Geelbloemige Haver
Flora Batava 3: 206-206
Sloff, J.G. & J.L. van Soest (1939) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora II.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 49: 268-306
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
162Flora Batava 03:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
220Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
247Nederlandse Oecologische Flora 5:
147Wilde Planten 2:
248Wilde-Planten.nl:
paginaAfbeelding in de Zadenatlas (Digital Plant Atlas) Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De rechtopstaande stengels zijn kaal of bij de knopen behaard. Het gras groeit in kleine, losse pollen.
Bladeren De vlakke bladen zijn aan de rand gewimperd. Ze worden minder dan een ½ cm breed. Van boven zijn ze vaak behaard. Voor ontplooiing zijn ze opgerold. De onderste bladscheden zijn meestal dicht en zeer lang behaard (vaak zijn ze teruggeslagen). Het tongetje is 1-2 mm.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De vrij dichte pluim wordt 10-20 cm lang en bevat veel goudgroene bloemen. De pluimen hebben dunne zijtakken met elk drie tot twaalf aartjes. De 5-8 mm lange aartjes zijn rondachtig, met twee tot vier bloemen. Ze zijn glanzig geelachtig, met twee of drie kafnaalden en een behaarde as. Het onderste kelkkafje heeft één nerf en is veel smaller dan het drienervige bovenste kelkkafje. Het onderste kroonkafje heeft vijf nerven, is tweespletig en heeft een 5-7 mm lange, knievormig gebogen naald.
Vruchten Een graanvrucht. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
De bloeiperiode is dit jaar 11 dagen later dan het langjarig gemiddelde.