EcologieBodemZonnige tot licht beschaduwde, vrij open plaatsen op vochtige, voedselrijke grond (van zand tot klei, maar vooral rivierklei). Vooral op plaatsen waar veel aanspoelsel blijft liggen.
GroeiplaatsStruwelen, hooggelegen grienden, heggen in uiterwaarden, bossen (rivierbegeleidende loofbossen en langs paden in essenhakhoutbosjes), akkers, bermen, omgewerkte grond, ruigten (grazige en humeuze ruigten), braakliggende grond, waterkanten (langs rivieren, rivierkribben), kapvlakten, dijken, geluidswallen, langs spoorwegen (spoorwegterreinen), haventerreinen, industrieterreinen en bij steenfabrieken.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandPlaatselijk vrij algemeen in het rivierengebied en in Zeeland en vrij zeldzaam in laagveengebieden en in het midden van het land. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
VlaanderenVrij algemeen. Het meest in de rivierdalen van de Schelde en de Maas. Vrij zeldzaam in het kustgebied.
WalloniëVrij algemeen in de zuidelijke Ardennen, in Brabant en in het Maasgebied (Leemstreek, Kalkstreek en Lotharingen).
WereldGematigde streken in Europa en Azië, met een onderbreking in Centraal-Azië. Ingeburgerd in Noord-Amerika en op enkele plaatsen op het zuidelijk halfrond (Zuid-Amerika, Australië en Nieuw-Zeeland).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurDuistermaat, H. (1990) Gezocht:
Arctium!
Gorteria 16: 82-85
Duistermaat, H. (1996) Monograph of Arctium L. (Asteraceae). Generic delimitation (including Cousinia Cass. p.p.), revision of the species, pollen morphology, and hybrids.
Gorteria - Supplement 3: 1-143
Kops, J. (1822) Arctium lappa - Gemeene Klit
Flora Batava 4: 254-254
Nieuwenhuijs, A.M. (2004) Het determineren van klitten (
Arctium sp.) aan grondbladen.
Floron Nieuwsbrief Groningen 11: 10-10
Sloff, J.G. & J.L. van Soest (1939) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora II.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 49: 268-306
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels zijn behaard of min of meer kaal.
Bladeren De bladsteel van de rozetbladen is aan de voet gevuld met merg. Het onderste blad is ongeveer even lang als breed (tot 50 cm). Het is hartvormig met een massieve, gootvormige steel, van onderen wittig en de stekelpunt aan de bladtop is langer dan bij andere Klitten (min of meer naaldvormig).
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De schermvormige bloeiwijze is van boven vrijwel vlak. De 2-4½ cm grote bloemhoofdjes zijn bolvormig met een vrij lange steel. Ze zijn kaal tot iets behaard en glanzend geelgroen. De omwindselbladen zijn heldergroen of soms iets paars aangelopen, haakvormig gebogen en vrijwel kaal. De binnenste omwindselbladen zijn meestal iets langer dan de bloemen.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.