EcologieBodemZonnige, open plaatsen op vochtige, voedselrijke, vaak omgewerkte, zwak zure tot kalkhoudende grond (alle grondsoorten, maar minder op veen).
GroeiplaatsAkkers (hakvruchtakkers), moestuinen, bermen (open plekken), braakliggende grond, ruigten, plantsoenen, tussen straatstenen, langs stoepranden, tegen en op (oude) muren, puinhopen, bij kuilvoerhopen, mesthopen, afgravingen (kalkgroeven en leemgroeven), ruderale plaatsen, waterkanten (aanspoelselgordels), vloedmerk aan de zeekust, heggen en bosranden.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeer algemeen.
VlaanderenZeer algemeen, maar iets minder algemeen in de Kempen.
WalloniëAlgemeen, maar minder algemeen in de Ardennen.
WereldOorspronkelijk uit Europa en Azië. Nu in alle werelddelen, in gematigde en tropische gebieden.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurHoste, I., F. Verloove, C. Nagels, L. Andriessen & J. Lambinon (2009) De adventievenflora van in België ingevoerde mediterrane containerplanten.
Dumortiera 97: 1-16
Kops, J. (1814) Sonchus oleraceus - Moes Melk-Distel
Flora Batava 3: 235-235
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De blauwgroene stengels zijn vrij sterk vertakt en niet of alleen in de bloeiwijze behaard.
Bladeren De langwerpig-eironde bladeren hebben een vrijwel vlakke rand met breed-driehoekige tanden en meestal met zeer zwakke stekeltjes (stekels op de slipjes, die meer breed dan lang zijn). Ze zijn diep gedeeld met een grote driehoekige tot spiesvormige eindlob of ze zijn ongedeeld, met spitse, afstaande oortjes.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemhoofdjes zijn 1-2 cm. De lintbloemen zijn vaak bleekgeel, de buitenste zijn van onderen zilverig tot iets paarsrood. Het omwindsel is kaal of min of meer beklierd.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. De rijpe, ruim 3 mm lange zaden zijn roodbruin met afgeronde hoogteribben en dicht bij elkaar staande dwarsricheltjes. De zaden hebben geen vleugels. De tandjes van het vruchtpluis staan naar de top gericht. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.