EcologieBodemLicht beschaduwde, vrij open plaatsen op matig droge, matig voedselarme tot matig voedselrijke, zwak zure, kalkarme en met niet te veel strooisel bedekte grond (zand, leem en stenige plaatsen).
GroeiplaatsBossen (grazige plaatsen in loofbossen), bosranden, struwelen, houtwallen, met bomen beplante schrale bermen, langs holle wegen, zeeduinen (beschaduwde hellingen in de binnenduinen), hellingen, afgravingen, stadswallen, muren, tussen stenen van rivierdijken en langs spoorwegen (spoordijken en spoorwegterreinen).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeldzaam in het oosten en midden van het land en zeer zeldzaam in de Hollandse en Zeeuwse duinen. Vroeger ook in Zuid-Limburg.
VlaanderenZeer zeldzaam. Het meest in de Leemstreek.
WalloniëZeldzaam in het Maasgebied en in de Ardennen.
WereldWest-, Midden- en Zuidoost-Europa.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurGottschlich, G. (2020) Synopse der für Deutschland nachgewiesenen Arten und Unterarten der Gattung
Hieracium s. l. (
Hieracium s. str. und
Pilosella), aufgeschlüsselt nach Vorkommen in den einzelnen Bundesländern.
Forum Geobotanicum 9: 1-59
Gottschlich, G. & W. Licht (2003) Sippenspektrum und Ökologie der Hieracien am Gargano (Italien; Apulien; Prov. Foggia).
Floristische Rundbriefe 37: 41-47
Haveman, R. (2012) Een nieuwe sleutel tot de secties van
Hieracium L. subgenus
Hieracium.
Gorteria 35: 206-213
Heinrichs, J. (1998) Bemerkenswerte Hieracien-Vorkommen im Bereich des Autobahnkreuzes Bonn / Siegburg (Nordrhein-Westfalen).
Floristische Rundbriefe 32: 13-18
Shaw, M.M. (2020) Hawkweeds of South-East England.
BSBI Handbook 20: 1-250
van Eeden, F.W. (1884) Hieracium vulgatum - Bosch Havikskruid
Flora Batava 16: 1231-1231
Zahn, K.H. (1930)
Hieracium 2. Zahn, K.H. (1936)
Hieracium 3.
In: P. Ascherson & P. Graebner, Synopsis der Mitteleuropäischen Flora, zwölfter Band, dritte Abteilung, Dicotyledones (Compositae, Hieracium): 1-708.
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De bloeiwijzetakken zijn vaak lang en bochtig.
Bladeren De meeste bladeren vormen een rozet. De twee tot vier (zelden meer) stengelbladen zijn vaak paarsrood gevlekt. Ze zijn blauwgroen, van boven meestal kaal of weinig behaard, eirond tot langwerpig en hebben een zwak tot grof getande rand en een wigvormig in de steel versmalde bladvoet.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De gele bloemhoofdjes vormen samen een tamelijk losse, vaak vrij smalle tuil. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Atlasblokken met waarnemingen
Het aantal atlasblokken (5x5 km) waarin de soort is gemeld binnen een periode van vijf jaar (vanaf 1980) of twintig jaar.
Niet gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en het aantal doorgegeven waarnemingen kan sterk variëren per periode,
dus een trend in verspreiding kan hier niet direct uit worden afgelezen. Het opgegeven jaartal is het eerste jaar van de
periode. Bron: gevalideerde waarnemingen uit de NDFF.
© FLORON & NDFF
download hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.