EcologieBodemHalf beschaduwde tot meestal licht beschaduwde plaatsen op natte, matig voedselrijke tot voedselrijke grond (zand, laagveen, leem en klei).
GroeiplaatsBossen (loofbossen, grienden, moerasbossen, langs bosgreppels en natte boswegen), eendenkooien, waterkanten (beekstrandjes, slootkanten langs spoorsloten, rivieren en bronbeken en andere kwelgebieden), natte parken en bermgreppels aan bosranden.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandPlaatselijk vrij algemeen in het rivierengebied, in laagveengebieden, in Twente, de Achterhoek en Zuid-Limburg. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam. Niet op de Waddeneilanden en in het noordelijk zeekleigebied.
VlaanderenZeldzaam. Het meest in de Leemstreek en in de Maasvallei.
WalloniëZeldzaam, maar plaatselijk vrij algemeen in het Maasgebied en in Lotharingen.
WereldGematigde streken in Europa (noordelijk tot boven de poolcirkel) en Azië en in westelijk Noord-Amerika.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurBremer, P. (2021) Planten als indicatoren voor oude en jonge houtwallen. Een nadere analyse voor Twente.
Hypericum 21(1): 1-16
Heimans, E. (1902) Springzaad.
De Levende Natuur 7: 129-134
Kops, J. (1822) Impatiens Noli tangere - Gemeen Springzaad
Flora Batava 4: 316-316
Matthews, J. (2015)
Risks and management of non-native Impatiens species in the Netherlands. Institute for Water and Wetland Research, Radboud University
Matthews, J., R. Beringen, E. Boer, H. Duistermaat, B. Odé, J.L.C.H. van Valkenburg, G. van der Velde & R.S.E.W. Leuven (2015)
Risks and management of non-native Impatiens species in the Netherlands. Radboud Universiteit, Nijmegen
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels Meestal zijn de stengels vertakt. De stengelvoet is kaal, met dikke knopen.
Bladeren De verspreid staande bladerern zijn teer, langwerpig-eirond, verwijderd gezaagd en worden 3-10 cm. Ze hebben een vrij stompe top. De gesteelde klieren zie je alleen aan de bladvoet, niet op de stengels.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). IJle trossen van drie of vier (soms vijf of zes) hangende 2-3 cm grote bloemen. Ze zijn geel met aan de binnenkant kleine rode vlekjes. Het onderste kelkblad is zakvormig. De lange, trechtervormige spoor heeft een teruggebogen top. De bloemen hebben een gebogen steel.
Vruchten Een doosvrucht. De 2-3 cm lange vruchten zijn cilindervormig. Als ze rijp zijn springen ze open. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.