Ecologie & verspreiding Groot warkruid is tamelijk algemeen in het fluviatiele district, plaatselijk algemeen in Zuid-Limburg, het oosten van het land en in de Kempen en komt elders sporadisch voor. Deze soort is, net als de andere warkruiden een holoparasiet, die bladgroen noch wortels heeft en voor haar voedselvoorziening geheel aangewezen is op de waardplant, waaraan zij middels haustoriën water en voedsel onttrekt. Die waardplanten zijn te vinden in voedselrijke ruigten en zomen van ooibossen langs het rivierengebied, vooral Grote brandnetel, maar ook een aantal andere ruigtekruiden komen als gastheer in aanmerking. Een goed kenmerk ten opzichte van de andere soorten warkruiden in Nederland is de bloemkroon, die bij Groot warkruid vaak viertallig is, terwijl de andere Nederlandse soorten vijf kroonslippen hebben. Opvallend in het veld zijn verder de relatief dunne (maar niet draadvormig, zoals bij Klein warkruid), vaak rood aangelopen stengels, de rijkbloemige, compacte bloeiwijzen, de draadvormig stempels en de doosvruchten die 2-3 mm. meten. Groot warkruid werd vroeger medisch gebruikt bij o.a. leverkwalen en opstoppingen.
CC-BY-SA 3.0 Erik Simons, 2015
|
EcologieBodemZonnige tot half beschaduwde plaatsen op vochtige tot natte, meestal zeer voedselrijke grond. Vooral op plekken waar 's winters plantaardig afval en/of aanspoelsel terecht komt (zand en stenige plaatsen).
GroeiplaatsStruwelen, bosranden, bossen (lichte oeverwalbossen), waterkanten (ruigten langs rivieroevers, met name op vloedmerk op de hogere oevers, die 's zomers uitdrogen), afgravingen en ruigten (natte ruigten en ruigten in grindgaten langs de Maas). De plant woekert het meest op Hop en Brandnetel, ook op andere planten zoals b.v. Boerenwormkruid, Haagwinde, Bijvoet, Hondsdraf en Walstro.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen in het rivierengebied en plaatselijk in de Kempen en in het oosten van het land en vrij zeldzaam in Zuid-Limburg. Elders zeer zeldzaam.
VlaanderenZeldzaam in de rivierdalen, maar in het Maasgebied plaatselijk vrij algemeen.
WalloniëVrij zeldzaam tot zeldzaam in de rivierdalen in het Maasgebied en in de Ardennen.
WereldVan Midden-Spanje, Midden-Engeland en Zuid-Scandinavië tot in de Himalaya en de koudste delen van Siberië.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurBielen, J.W. & P.F. Stolwijk (1998) Aspecten van de Twentse flora.
Nieuwsbrief FLORON-FWT 19: 11-12
Gevers Deynoot, P.M.E. (1853) Cuscuta europaea - Groot Warkruid
Flora Batava 11: 816-816
Sloff, J.G. & J.L. van Soest (1939) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora II.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 49: 268-306
van Ooststroom, S.J. (1961) 95. Cuscutaceae.
Flora Neerlandica : 71-80
van Ooststroom, S.J. (1942) Het geslacht
Cuscuta in Nederland.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 52: 159-210
Watson, L. & M.J. Dallwitz (1992) The families of floweringplants: descriptions, illustrations, identification, and information retrieval.Version: 19th August 2014.
: -
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De om andere planten windende stengels zijn roodachtig groengeel, meestal vrij dun en vaak sterk vertakt.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De 2 mm grote, lichtroze of vuilwitte, later vleeskleurige en vier- of vijftallige bloemen groeien in dichtbloemige, ronde kluwens. Eerst zijn ze klokvormig, later worden ze urnvormig. De kroonslippen buigen eerst samen en zijn dan afgerond-driehoekig, later zijn ze vaak teruggeslagen. De kroonschubben staan rechtop en zijn vaak diep gespleten in twee 'hoorntjes', die elk in enkele wimpers uitlopen. Soms komen de kroonschubben nauwelijks tot ontwikkeling. De twee stijlen en de draadvormige stempels zijn korter dan het vruchtbeginsel. De bloemsteeltjes zijn zeer kort.
Vruchten Een doosvrucht. Meestal zijn de 2½-3 mm grote vruchten omgekeerd-peervormig. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.