EcologieBodemZonnige, open plaatsen op droge, matig voedselrijke, kalkarme, zwak zure grond (zand en stenige plaatsen, niet of nauwelijks op zwaardere grondsoorten).
GroeiplaatsMoestuinen, akkers (akkerranden, maisakkers en hakvruchtakkers), omgewoelde bermen, stortterreinen, langs spoorwegen (spoorwegterreinen), wegranden en in de voegen van bestrating.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen, maar zeldzaam in het noorden van het land en in Flevoland en ontbreekt vrijwel op de Waddeneilanden.
VlaanderenAlgemeen, maar minder algemeen in de Polders en de Leemstreek.
WalloniëVrij zeldzaam in Brabant en zeer zeldzaam in de Ardennen.
WereldOorspronkelijk uit Europa en Azië. Nu in gematigde streken in alle werelddelen. In de tropen ontbreekt zij grotendeels, behalve in gebergten.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurGevers Deynoot, P.M.E. (1853) Setaria viridis - Groene Naaldaar
Flora Batava 11: 831-831
Jansen, P. (1951) Gramineae.
Flora Neerlandica : 7-274
Jansen, P. & W.H. Wachter (1914) De Groene Naaldaar.
De Levende Natuur 18: 494-496
Jongepier, J.W. (1982) Het voorkomen van enkele niet-oorspronkelijk wilde grassoorten in Zeeland.
Gorteria 11: 79-86
Oving, B. (2002) Zeldzame grassen langs de spoorlijn Veendam-Musselkanaal.
Floron Nieuwsbrief Groningen 9: 14-16
van der Ham, R.W.J.M. & R. van der Meijden (1984) Afwijkingen bij
Setaria viridis (L.) Beauv. en
Setaria verticillata (L.) Beauv. (Korte meded.).
Gorteria 12: 37-37
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels zijn opstijgend.
Bladeren De kale bladen hebben een wittige of paarsachtige streep over het midden. De bladschede is bovenaan behaard en gewimperd.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De compacte aarpluim is 0,7-1 cm dik, is niet onderbroken en heeftt zeer korte, voor het grootste deel vertakte zijtakjes met ongeveer 2 mm lange aartjes in kluwens. De pluimas is behaard met lange en korte haren. De 5 mm grote borstels onder de aartjes zijn groen of iets paarsig. Ze zijn ruw door naar voren gerichte tandjes.
Vruchten Een graanvrucht. De zaden zijn langlevend (langer dan vijf jaar). Eenzaadlobbig (kiemend met één kiemblaadje).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
De bloeiperiode is dit jaar 1 dagen later dan het langjarig gemiddelde.