EcologieBodemZonnige, open plaatsen (pionier) op vochtige tot matig droge, matig voedselrijke tot voedselrijke, verstoorde, enigszins humeuze, vaak enigszins kalkhoudende grond (zand, duinzand, leem, löss, zavel, mergel en stenige plaatsen).
GroeiplaatsZeeduinen, akkers (akkerranden), tuinen, omgewerkte grond, braakliggende grond, ruderale plaatsen, klippen, bermen, langs spoorwegen (spoordijken en spoorbermen), rivierdijken en puinkegels aan de voet van hellingen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandPlaatselijk vrij algemeen in Zuid-Limburg, in het rivierengebied, in het westen van het land en in de Zeeuwse en Hollandse duinen, noordelijk tot op Texel. Zeldzaam langs het IJsselmeer en in Fryslân en Groningen. Elders zeer zeldzaam.
VlaanderenPlaatselijk vrij algemeen. Het meest in de duinen en langs de Maas. Zeer zeldzaam in de Kempen.
WalloniëPlaatselijk vrij algemeen, maar zeldzaam in de Ardennen. Het meest in het Maasdistrict en in Lotharingen.
WereldGematigde streken in Europa. Niet in het hoge noorden. Ook in Zuidwest-Azië en Noordwest-Afrika (Atlasgebergte). Ingeburgerd in o.a. Noord- en Zuid-Amerika en Nieuw-Zeeland.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurGarjeanne, A.J.M. (1950) Valerianella.
De Levende Natuur 53: 101-107
Kops, J. (1814) Valeriana olitoria - Salade Valeriaan
Flora Batava 3: 236-236
Weberling, F. (1976) Bestimmungsschlüssel der einheimischen und adventiv vorkommenden
Valerianella-Arten.
Göttinger Floristische Rundbriefe 10 Beibl. 3: 1-1
Weberling, F. (1981) 118. Valerianaceae.
Flora Neerlandica : 62-79
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
165Flora Batava 03:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
576Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
741Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
742Nederlandse Oecologische Flora 3:
277Wilde-Planten.nl:
paginaAfbeelding in de Zadenatlas (Digital Plant Atlas) Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De stengels zijn kaal.
Bladeren De onderste bladeren zijn breed eirond tot spatelvormig, stomp en niet getand. De bovenste bladeren zijn langwerpig, iets spits, maar soms zijn ze ook breder en stomp. Ze zijn weinig of niet getand. De schutbladen zijn groen.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen groeien in schermvormige hoofdjes met een kraag van schutbladen. Ze zijn lichtblauw (meestal wat blauwer dan de andere soorten), hebben 5 slippen en worden 2 mm groot. In de oksels van de zijtakken groeien geen bloemen.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. De vruchten zijn 2 mm groot. Vaak wat groter dan die van de andere Veldslasoorten. Ze zijn afgeplat breed-eivormig, glad of hebben fijne overdwarse lijntjes. In het midden zie je het dwars geplaatste vruchtbare hokje, aan 1 kant de 2 onvruchtbare hokjes en aan de andere kant een sponsachtig weefsel. Aan de top zit een stompe knobbel (dit is de vruchtkelk). De zaden zijn zeer kortlevend (< 1 jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.