Ecologie & verspreiding Gele helmbloem is bij uitstek een stadsplant die groeit op oude vochtige en beschaduwde muren en andere stenige plaatsen zoals grachtmuren en voegen in trappen. Deze plant breidt zich steeds verder uit in het stedelijk gebied vooral in de grote steden van de Randstad en in Zuid-Limburg. Deze soort komt oorspronkelijk uit de kalkrotsen in de Alpen en wordt sinds de 19e eeuw als sierplant in tuinen gebruikt. Vandaar is deze geelbloeiende soort verwilderd en naar het noorden opgeschoven. De zaden worden door duiven verspreid. Deze alledaagse stadsplant hoort bij de nieuwe stadsplantengemeenschap van vochtige muren waartoe veel bijzondere varens behoren. Gele helmbloem, die een lange bloeiperiode kent, kan verward worden met Geelwitte helmbloem (Pseudofumaria alba) die lichtere bloemen heeft.
CC-BY-SA 3.0 Christine Tamminga, 2021
|
EcologieBodemZonnige tot vaak licht beschaduwde plaatsen op droge tot vochtige, matig voedselrijke, kalkrijke, stenige plaatsen (o.a. op mergel).
GroeiplaatsMuren (in voegen van oude muren van gebouwen, tuinmuren, kerkhofmuren, muren langs beken, kasteelgrachten en kaden), tussen straatstenen, aan de voet van muren, langs spoorwegen (spoorwegterreinen), rotsen (kalkrijke rotswanden en puinhellingen) en stadswallen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandZeldzaam in Zuid-Limburg en in het rivierengebied, vooral in stedelijke gebieden. Elders zeer zeldzaam.
VlaanderenVrij zeldzaam in de Leemstreek en in enkele steden (o.a. in Brugge, Brussel, Gent, Antwerpen en Leuven). Elders zeldzamer.
WalloniëVrij zeldzaam in het Maasgebied. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
WereldOorspronkelijk uit het zuidelijke deel van de Alpen en de Jura. Ingeburgerd in Midden- en West-Europa.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLLiteratuurde Vries, G. (2010) Gele helmbloem in de stad Groningen.
Floron Nieuwsbrief Groningen 17: 10-13
van Eeden, F.W. (1877) Corydalis lutea - Gele Helmbloem
Flora Batava 15: 1126-1126
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De rijk vertakte stengels zijn dicht bebladerd. Polvormend.
Bladeren De bladeren zijn gesteeld en dubbel geveerd met smal langwerpige slippen. De bladstelen zijn van boven vlak, zonder duidelijke vleugelranden.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De heldergele, 1-2 cm grote bloemen vormen samen trossen met vijf tot zestien bloemen. Ze staan tegenover de bovenste bladen. De bloem heeft een korte spoor en staat horizontaal of schuin omhoog op rechte steeltjes. De getande kelkbladen zijn 4-6 mm lang.
Vruchten Een hangende doosvrucht. De stijl valt af. De zwarte, iets glanzende zaden hebben een wit afstaand, getand aanhangsel (mierenbroodje). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.