EcologieBodemZonnige tot half beschaduwde plaatsen op vochtige, matig voedselrijke tot voedselrijke, vaak kalkhoudende grond (klei, zavel en löss).
GroeiplaatsDijken, bermen (ook beschaduwde bermen), grasland (uiterwaarden, ruig grasland, bemest grasland en hooiland), heggen, bosranden, langs spoorwegen (spoorbermen), hellingen en langs holle wegen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen in Zuid-Limburg en in het ooselijke rivierengebied. Zeldzaam, maar plaatselijk vrij algemeen in Zeeland. Elders zeer zeldzaam. Niet in Flevoland en op de Waddeneilanden.
VlaanderenAlgemeen in de Leemstreek en de Maasvallei. Elders veel zeldzamer.
WalloniëVrij algemeen, maar zeldzaam in de Ardennen.
WereldEuropa, behalve in de meest noordelijke, oostelijke en zuidelijke delen. Ook in de Kaukasus. Ingeburgerd in Noord-Amerika.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurHartsen, F.A. (1865) Pimpinella magna - Groote Steenbreek. Bevernaart.
Flora Batava 12: 952-952
Sloff, J.G & J.L. van Soest (1938) Het fluviatiele district in Nederland en zijn flora.
Nederlandsch kruidkundig archief. Serie 3 48: 199-249
Weeda, E.J. (1984) Over lastige composieten, schermbloemigen en de zin van verzamelen.
Natura 81: 238-247
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De meestal kale stengels zijn hol, diep gegroefd (veelkantig door smal gevleugelde ribben) en onderaan vaak paarsrood. Bovenaan zit vaak met een wittig waslaagje.
Bladeren De onderste bladeren zijn glanzend en geveerd met aan beide kanten twee tot vier eironde, 1-4 cm lange, grof getande blaadjes en een min of meer drielobbige, getande eindlob. De stengelbladen zijn kleiner. De bladsteelbasis lijkt opgeblazen.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De witte tot dieproze, ongeveer 2-3 mm grote bloemen groeien in schermen van 3-6 cm, die bestaan uit tien tot vijftien stralen. Er zijn geen omwindsels. De stijlen zijn in de bloeitijd langer dan het vruchtbeginsel.
Vruchten Een splitvrucht. De vruchten zijn kaal, langwerpig, 2½-3½ mm lang en met witachtige ribben. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.