EcologieBodemZonnige tot half beschaduwde plaatsen op natte, matig voedselrijke tot voedselrijke, kalkhoudende grond en in zoet of zwak brak water (vrijwel alle grondsoorten).
GroeiplaatsWater (beken, verlandende sloten en andere verlandingsvegetaties), waterkanten (modderige oevers, open plekken langs geultjes, langs vrijwel zoete kreken en in het zoetwatergetijdengebied in kommen tussen de kreekoeverwallen tussen riet en biezen), grasland (weiland), bossen (grienden en bronbossen), zeeduinen (drinkpoelen in de duinstreek) en in wilgenstruweel.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandPlaatselijk vrij algemeen in het westen en zuidwesten, in de kalkrijke duinen en in het rivierengebied en zeldzaam in Zuid-Limburg. Elders zeer zeldzaam.
VlaanderenAlgemeen, maar vrij zeldzaam in de Kempen.
WalloniëPlaatselijk vrij algemeen, maar vrij zeldzaam in de Ardennen.
WereldWest-Azië, Noord-Afrika en West- en Zuid-Europa. Ingeburgerd in Noord- en Zuid-Amerika.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurBlomqvist, M.M., P. Vos, P.G.L Klinkhamer & W.J. ter Keurs (2003) Declining plant species richness of grassland ditch banks - a problem of colonisation or extinction?
Biological Conservation 109: 391-406
Gerstberger, P. (1980) Blattanatomische Mermale zur Unterscheidung von
Berula erecta (Huds.) Coville und
Apium nodiflorum (L.) Lag.
Göttinger Floristische Rundbriefe 14: 6-9
Pauw, E., C. ten Haaf & P. Pepping (2023)
Spaarnwoude: plantengroei van sloten en slootoevers vroeger en nu. Ten Haaf & Bakker, Groet
van Eeden, F.W. (1884) Heliosciadum nodiflorum - Knoopbloemige Water-Eppe
Flora Batava 16: 1211-1211
Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De liggende of opstijgende stengels zijn fijn gegroefd. Ze wortelen op de onderste knopen.
Bladeren De bladen zijn geveerd met vijf tot dertien eironde of langwerpige, meestal 1½-6 cm lange (soms kleiner of langer tot 10 cm), gekarteld-gezaagde deelblaadjes. De bladscheden zijn groter en breed vliezig gerand.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De zittende of kort gesteelde bloemen groeien in drie tot vijftien stralen en staan tegenover de bladeren. Meestal is er geen omwindsel. De kleine kroonbladen zijn spits en wit of groenwit.
Vruchten Een splitvrucht. De eivormige vruchten zijn 2-2½ mm lang en zijn voorzien van vrij brede, sterk uitspringende afgeronde ribben. Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.