EcologieBodemBeschaduwde tot vaak halfbeschaduwde plaatsen op vochtige tot vrij natte, matig voedselrijke tot voedselrijke, vrij stikstofrijke, humusrijke en vaak kalkhoudend, liefst lemige grond (leem, zand, zavel, klei en mergel).
GroeiplaatsBossen (loofbossen, bronbossen, hoogste delen van wilgenbossen, parkbossen, grienden en langs bospaden), struwelen, kreupelhout, heggen, hakhoutbosjes, zeeduinen (binnenduinrandbossen) en bij buitenplaatsen.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NLVerspreidingNederlandVrij algemeen in Zuid-Limburg, in Twente, in de Achterhoek, in het rivierengebied en langs de binnenduinrand in de Hollandse en Zeeuwse duinen. Elders zeldzaam tot zeer zeldzaam.
VlaanderenVrij algemeen. Het meest in de Leemstreek.
WalloniëVrij algemeen in Brabant en ten zuiden van de lijn Samber en Maas.
WereldEuropa (noordelijk tot in Zuid-Scandinavië), in sommige berggebieden in West- en Midden-Azië en zeer zeldzaam in Noordwest-Afrika. In Noord-Amerika komt dit var. canadensis voor.
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL LiteratuurBeringen, R. (2001)
Circaea x intermedia Ehrh. (Klein heksenkruid) een tuinplant?
Gorteria 27: 28-31
Hermans, J.T. (2019) Klein heksenkruid langs de Roode Beek in de Meinweg.
Natuurhistorisch Maandblad 108: 213-222 [Bespreek de verspreiding van een nieuw ontdekte groeiplaats langs in de Meinweg en geeft een vergelijking met andere Circaea-soorten.]
Kops, J. (1822) Circaea lutetiana - Gemeen Stevenskruid
Flora Batava 4: 291-291
Raven, P.H. (1963) Circaea in the British lsles.
Watsonia 5: 262-272
Pagina's in standaardwerkenAtlas van de Nederlandse Flora 3:
52Flora Batava 04:
plaatHeukels' Flora van Nederland, 23e ed.:
329Heukels' Flora van Nederland, 24e ed.:
445Nederlandse Oecologische Flora 2:
220Wilde Planten 1:
150Afbeelding in de Zadenatlas (Digital Plant Atlas) Beschrijvingbron: Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra Stengels De rechtopstaande stengels zijn kort behaard en meestal onder de bloeiwijze niet vertakt (zolang de top niet wordt beschadigd).
Bladeren De tegenover elkaar staande bladeren zijn eirond, dof, aan de voet zwak hartvormig, spits, gesteeld, getand en worden 5-10 cm lang. Ze zijn behaard op de nerven.
Bloemen Tweeslachtig (een bloem met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen). De bloemen groeien in ijle trossen. De twee kroonbladen zijn wit of roze, 2-4 mm lang en diep uitgerand. Een goed ontwikkelde honingklier in de kelkbuis van 0,2-0,4 mm lengte. De bloemstelen hebben geen schutbladen.
Vruchten Een eenzadige dopvrucht of nootje. De 3-4 mm lange vruchten vallen niet snel af. Ze zijn knotsvormig met twee gelijke hokken en witachtige, stevige, gebogen borstels. De zaden zijn zeer kortlevend (korter dan één jaar). Tweezaadlobbig (kiemend met twee kiemblaadjes).
Bron:
Wilde-planten.nl / Klaas Dijkstra -
CC BY-NC-SA 3.0 NL
Verspreidingstrend
Gemiddelde trend van het aantal kilometerhokken waarin de soort voorkomt, weergegeven als indexcijfer (1975-1978 = 100).
De trend is gecorrigeerd voor waarnemersinspanning en geeft de relatieve verandering in het aantal bezette kilometerhokken weer.
Voor de berekening worden de data per periode van vier jaar samengenomen.
In de grafiek correspondeert ieder punt met het laatste jaar van zo'n periode.
© NEM(CBS & FLORON) 2023
download in hoge resolutieFenologie bloeiendFenologie vruchtdragendBron: FLORON - Gemodelleerd op basis van waarnemingen uit de NDFF voor de periode 2000-2021.
De bloeiperiode is dit jaar 5 dagen later dan het langjarig gemiddelde.